Q-koorts (Query-koorts, geitengriep) is een ziekte die vooral voorkomt bij runderen, schapen en geiten. Het wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. De ziekteverwekker kan ook op mensen worden overgedragen. De infectie is vaak asymptomatisch of vergelijkbaar met griep en wordt behandeld met antibiotica. Lees hier alles over symptomen en behandeling van Q-koorts.
Q-koorts: beschrijving
Q-koorts is een zogenaamde zoönose. Dit zijn ziekten die kunnen worden overgedragen van dieren op mensen. De veroorzaker van Q-koorts is een bacterie die graag in stof of hooi blijft.
Aangezien de Q-koorts in 1937 in de Australische staat Queensland voor het eerst werd gediagnosticeerd met werknemers in slachthuizen, werd de ziekte eerst Queensland-koorts genoemd. Q-koorts komt overal ter wereld voor. Epidemieën met honderden ziekten komen vooral op het platteland of aan de rand voor, omdat dieren en mensen hier dichter bij elkaar wonen.
Q-koorts: symptomen
De infectie begint meestal met het inademen van de ziekteverwekker in de longen. Na ongeveer een tot drie weken verschijnen de eerste symptomen. In 60 procent van de gevallen vertoont Q-koorts echter geen tekenen van ziekte.
De eerste fase van de ziekte
De symptomen van Q-koorts zijn vergelijkbaar met die van griep. Hoge koorts, koude rillingen, spierpijn en ernstige hoofdpijn zijn veel voorkomende klachten. Soms raken de longen, de lever, het hart of de hersenen geïnfecteerd. De ziekte duurt ongeveer twee weken en geneest vanzelf. Zwangere vrouwen lopen een risico op een miskraam, vooral in het eerste trimester van de zwangerschap. Bovendien kan de ziekteverwekker worden overgedragen op het kind.
Chronisch verloop
Zeer zelden geneest de ziekte niet op zichzelf. Fagocyten van het immuunsysteem nemen de ziekteverwekker op maar kunnen deze niet doden. De ziekteverwekker blijft vaak lange tijd inactief in de fagocyten, wachtend op een kans om opnieuw te activeren. Wanneer het immuunsysteem wordt verzwakt door zwangerschap of andere oorzaken, kan de ziekteverwekker zich opnieuw verspreiden in het lichaam. De infectie is chronisch.
Vooral het hart wordt vaak getroffen door een chronische infectie. Als de hartkleppen al zijn aangetast, kan Coxiella burnetii het endocardium en de hartkleppen infecteren. Soms gebeurt dat pas jaren na de feitelijke ziekte van Q-koorts. In zeldzame gevallen kunnen chronische bot-, long- en leverinfecties optreden. Vooral veelvoorkomende ziekten zijn chronische zwangerschappen.
Q-koorts: oorzaken en risicofactoren
De Q-koorts wordt veroorzaakt door de ziekteverwekker Coxiella burnetii. De bacteriën zijn zeer resistent tegen chemische en fysische invloeden. Ze kunnen tot twee jaar overleven in stof, hooi en andere droge materialen.
Een ziekteverwekker van de boerderij
Vooral het risico op het ontwikkelen van Q-koorts zijn mensen die nauw contact hebben met dieren. Deze omvatten bijvoorbeeld slagers, verwerkers van dierenhuiden, eigenaren van huisdieren of dierenartsen.
Veel dieren kunnen besmet raken met het virus van Q-koorts. Coxiella burnetii wordt via teken overgedragen als een intermediaire gastheer aan runderen, schapen of geiten, maar ook aan katten, honden, konijnen of wilde dieren.
De bacteriën in het stof kunnen door de wind tot twee kilometer worden weggevoerd en mensen infecteren. Daarom is het mogelijk dat een zieke dierenpopulatie ook de bewoners van het gebied infecteert. Meestal is de ziekte mild bij mensen.
Hoe raakt de mens besmet?
In de meeste gevallen raken de dieren besmet door direct contact met de bacteriën, bijvoorbeeld in het hooi. Af en toe wordt Coxiella burnetii echter op teken gedragen. In dit geval nestelt de teek op de vacht van een dier en laat daar geïnfecteerde ontlasting vrij. Daarover bereiken de bacteriën het getroffen dier. De besmette dieren scheiden de bacteriën vervolgens uit via feces, urine of melk.
Als een persoon contact heeft met zieke dieren, bestaat het risico besmet te raken. Hij kan echter ook besmet raken door het zeer besmettelijke stof in te ademen. Reeds tien geïnhaleerde bacteriën zijn voldoende om een Q-koortsziekte bij mensen te veroorzaken.
Een directe infectie van persoon tot persoon is zeldzaam, maar mogelijk. Bovendien kan de ziekteverwekker bij een zwangere vrouw de placenta passeren en het ongeboren kind infecteren.
Q-koorts: onderzoeken en diagnose
Omdat de symptomen van Q-koorts op veel andere ziekten kunnen lijken, is de diagnose niet eenvoudig. Daarom is de geschiedenis van de getroffenen cruciaal. De arts kan de volgende vragen stellen:
- Heb je koorts? Zo ja, hoe lang is dit geleden? Wat is de temperatuur
- Heeft u hoofdpijn of spierpijn?
- Houd je huisdieren of moet je professioneel met dieren omgaan?
Om het vermoeden van Q-koorts te bevestigen, wordt een laboratoriumonderzoek uitgevoerd. Men neemt bloed van de patiënt om te bepalen of bepaalde antilichamen tegen Coxiella burnetii kunnen worden gevonden. De bloedtest laat ook zien of de ziekte al een chronisch verloop heeft gehad.
Q-koorts: behandeling
Q-koorts wordt gedurende twee tot drie weken behandeld met het antibioticum doxycycline. Omdat doxycyline via de lever wordt gemetaboliseerd, worden de leverwaarden gecontroleerd door middel van bloedtesten tijdens de therapie. Sommige patiënten, bijvoorbeeld, die een eerdere ziekte hebben, hebben meer medicatie nodig voor de behandeling. Zwangere vrouwen worden behandeld met een speciaal medicijn (trimethoprim) omdat doxycycline niet tijdens de zwangerschap mag worden gebruikt.
Q-koorts: ziekteverloop en prognose
De meeste Q-koortsinfecties genezen na één tot twee weken vanzelf. Soms lijden patiënten maar lijden ze nog wekenlang onder algemene vermoeidheid. In zeer zeldzame gevallen kan het immuunsysteem de pathogeen niet volledig bestrijden en breekt de ziekte na jaren weer uit.
Voorkom Q-koorts
Het risico op Q-koorts is verhoogd bij mensen die werken met schapen, runderen of dierlijke producten zoals vlees, melk of wol. In Duitsland is vaccinatie tegen Q-koorts niet toegestaan. In sommige landen is het beschikbaar voor beroepsmatig blootgesteld personeel, zoals dierenartsen, laboratorium- en slachthuismedewerkers.
De ziekteverwekker wordt gedood door melk te verwarmen of vlees te braden. Als een zwangere vrouw Q-koorts ziek en bevalt, moet het helpende personeel zich houden aan strikte hygiënemaatregelen.