Om een overactieve blaas te behandelen, zijn verschillende prikkelbare blaasmedicijnen beschikbaar. In de meeste gevallen zijn dit zogenaamde anticholinergica. Deze verminderen de symptomen effectief, maar ze kunnen aanzienlijke bijwerkingen veroorzaken. De selectie van geschikte prikkelbare blaasmedicijnen moet daarom in nauw overleg met de therapeutische doelen van de patiënt plaatsvinden. Lees hier meer over prikkelbare blaasmedicijnen.
Effect van anticholinergica
Medicamenteuze therapie wordt vaak gelijktijdig met de training en training van de blaas voorgeschreven. Meestal komen als prikkelbare blaas medicijnen anticholinergica gebruikt, die de zenuwen remmen die verantwoordelijk zijn voor de irriterende symptomen. Ze doen dit door bepaalde dockingsites (receptoren) voor de zender (zender) acetylcholine te blokkeren.
De effectiviteit en het effect hangen af van de specificiteit van het blokkeren van de gewenste dockingsites. Deze receptoren bevinden zich door het hele lichaam. De urineblaas bevat de receptorsubtypen M2 en M3. Bovenal moet de M3-receptor worden geblokkeerd om de blaasspieren te remmen. Als de prikkelbare blaasmedicijnen echter ook op andere receptorsubtypen werken, kan dit leiden tot (significante) bijwerkingen.
Bijwerkingen en interacties
In het kader van het voorschrijven van anticholinergica is het belangrijk om gelijktijdig ingenomen medicatie te onderzoeken op mogelijke interacties en effecten van de prikkelbare blaasmedicatie.
Kortom, de inname van anticholinergica kan worden geassocieerd met een aantal bijwerkingen. Deze kunnen vooral de ogen, het maagdarmkanaal en het centrale zenuwstelsel aantasten. Met name klagen patiënten over droogheid van de mond en ogen en constipatie. De cognitieve functie kan ook worden beïnvloed, wat vooral belangrijk is bij oudere patiënten. De bijwerkingen treden op afhankelijk van het gebruikte preparaat. Lijders kunnen ook stoppen met deze prikkelbare blaasmedicatie.
In plaats van de door de bijwerkingen geïntimideerde medicatie uit te stellen, moet men liever het gesprek met zijn arts zoeken. Dit kan mogelijk overschakelen naar een ander preparaat. Na het stoppen van het medicijn verdwijnen de bijwerkingen meestal. Er zijn ook een aantal contra-indicaties voor het gebruik van anticholinergica. De prikkelbare blaasmedicatie mag niet worden gebruikt voor glaucoom, vernauwing van het maagdarmkanaal of urineretentie.
De juiste anticholinergica kiezen
Er zijn verschillende bereidingen uit de groep anticholinergica, die kunnen worden gekozen afhankelijk van de symptomen en bekende bijwerkingen. Oxybutinine en tolterodine komen vooral veel voor – ze hebben relatief weinig bijwerkingen. Oxybutyinin kan niet alleen als tablet worden gebruikt, maar ook als pleister. Het gebruik van deze zogenaamde transdermale pleister heeft aanzienlijk minder bijwerkingen. Het preparaat darifenacine is met name specifiek voor receptorblokkade op de blaas. Trospiumchloride wordt voornamelijk gebruikt om bijwerkingen van het centrale zenuwstelsel te voorkomen. De meerderheid van deze prikkelbare blaasmedicatie hoeft zelfs maar één keer per dag te worden ingenomen.
Over het algemeen wordt het gebruik van anticholinergica aanbevolen als prikkelbare blaastherapie. Ongeveer 60 tot 75 procent van de getroffenen ondervindt verlichting van deze prikkelbare blaastherapie. Als het effect niet optreedt, kan de dosis worden verhoogd.
Lokale oestrogeentherapie
Bij sommige vrouwen zijn de symptomen van prikkelbare blaren te wijten aan een gebrek aan oestrogeen, vooral na het begin van de menopauze. Bij hen meestal een zogenaamde lokale oestrogenering uitgevoerd. Het wordt meestal als een crème of zalf oestrogenen lokaal in de vagina ingebracht. Dit moet worden versterkt met permanent gebruik, de elasticiteit van de bekkenbodem. In vergelijking met placebo bleken vrouwen met een overactieve blaas hiervan te profiteren. Als alternatief kan oestrogeen ook worden geleverd in de vorm van tabletten (systemisch).
Andere prikkelbare blaasmedicatie
Andere prikkelbare blaas medicijnen zijn de Beta-3-agonisten (Mirabegron). In tegenstelling tot anticholinergica stimuleren ze receptoren voor noradrenaline. Deze stimulatie zorgt ervoor dat de blaasspieren worden geremd – dit bestrijdt incontinentie. De bijwerkingen moeten iets lager zijn dan de anticholinergica.
Toon de irriterende blaas–Medicatie na zes weken therapie moet worden geprobeerd te spenen. Indien nodig kan de therapie ook in overleg worden voortgezet.
Als de symptomen ondanks prikkelbare blaasmedicatie niet verbeteren, is er al enkele jaren een nieuwe behandelingsmethode: de injectie met Botox. De neurotoxine werkt lokaal op de zenuwen van de blaas en helpt onterecht plassen te onderdrukken. De duur van een dergelijke injectie is echter beperkt tot zes maanden. Desondanks ervaren patiënten vaak een merkbare verbetering van hun kwaliteit van leven. Verslaat geen van de prikkelbare blaas–drugs Neuromodulatie of een blaaspacemaker kan ook worden overwogen.