Een ooievaarsbeet wordt gevonden in ongeveer elke tweede pasgeborene. Het is een speciale vorm van de vuurmalve (Naevus flammeus). De rode, onregelmatige en goedaardige huidpleister zit voornamelijk op de nek of het gezicht. Voor de meeste kinderen verdwijnt hij alleen in de eerste levensjaren. Lees hier alle belangrijke informatie over de ooievaarsbeet.
Ooievaarsbeet: beschrijving
De ooievaarsbeet (Naevus unna, Unna-Politzer-Naevus) is een van de vuurpotten. Direct na de geboorte kan de goedaardige laesie, die een grootte van ongeveer vijf millimeter tot tien centimeter kan bereiken, worden herkend als een rode, onregelmatige, maar duidelijk gedefinieerde plek. Meestal zit het vuurdrankje in de nek van pasgeborenen. Het idee dat de ooievaar de baby in de nek grijpt, heeft hem in de volksmond de naam “Storchenbiss” opgeleverd. Af en toe komt deze speciale vorm van Feuermals op andere plaatsen in het hoofdgebied voor (zoals voorhoofd, oog of neuswortel) en wordt dan ook wel “engelenkus” genoemd.
Ooievaarsbeet: symptomen
Een ooievaarsbeet is volkomen onschadelijk en veroorzaakt geen ongemak. Het is in ieder geval een cosmetisch probleem.
Ooievaarsbeet: oorzaken en risicofactoren
De roodheid wordt veroorzaakt door verwijde capillaire bloedvaten onder de huid. Feitelijk is de functionele vaatverwijding gebaseerd op een ontwikkelingsachterstand: op de getroffen huidplaats is de toevoer van de bloedvaten met zenuwen die de diameter van het vat regelen nog niet compleet. De exacte oorzaak van de ooievaarsbeet is onduidelijk. Hij wordt niet geërfd en wordt niet begunstigd door externe factoren tijdens de zwangerschap.
Ooievaarsbeet: onderzoeken en diagnose
Een ooievaarsbeet is onmiddellijk merkbaar bij pasgeborenen en wordt uiterlijk bij de eerste controle ontdekt. Het bloed kan worden benadrukt door lichte druk, waardoor de roodheid kort verdwijnt.
Storchenbiss of engelenkus zijn zogenaamde mediale Feuermale. Dit betekent dat ze zich in het midden van het lichaam bevinden. Ze moeten worden onderscheiden van de laterale Feuermalen, die asymmetrisch zijn verdeeld. Deze nemen meestal toe met de lichaamsgroei en kunnen wijzen op een misvorming van diepere vaten. Als de plek zich op het stuitbeen of dicht bij de ogen en in de lengte op de arm of het been bevindt, moet de kinderarts bij verder onderzoek bepalen of er een andere ziekte aanwezig is (Hippel-Lindau-Czermak, Sturge-Weber-Krabbe-syndroom). De volgende vragen moeten bijvoorbeeld worden beantwoord:
- Waar is de vlek
- Hoe groot is het vuurdrankje?
- Kan het bloed worden benadrukt?
- Groeit de vuurpot?
- Vervaagt het na verloop van tijd of wordt het donkerder?
- Zijn er andere misvormingen?
- Kunnen andere vasculaire misvormingen worden uitgesloten?
Ooievaarsbeet: behandeling
Een behandeling (dwz verwijdering) is meestal niet nodig omdat ooievaarsbeten meestal onschadelijk zijn en vanzelf verdwijnen. Als dit niet het geval is, of als de ooievaarsbeet erg groot en / of cosmetisch storend is, kan de dermatoloog hem bevuilen met elektrische naalden of een laser. De behandeling leidt echter soms niet tot het gewenste succes in grote vuurpotten.
Als alternatief kan cosmetisch storende knaller bij adolescenten of volwassenen worden bedekt met medicinale make-up.
Ooievaarsbeet: ziekteverloop en prognose
Bij de meeste kinderen neemt de vaatverwijding geleidelijk af binnen de eerste paar jaar en vervaagt de vlek. Als andere misvormingen zijn uitgesloten, is het daarom nodig om af te wachten. Vooral in het gezicht vormen de vlekken goed terug. Een ooievaarsbeet in de nek kan aanhouden, maar meestal verdwijnt het onder het haar. Kom op Storchenbiss niet terug in het gezicht en is cosmetisch storend, dermatologen kunnen eroderen met behulp van aderen met een laserbehandeling en de roodheid verminderen.