Een dyscalculietest is een belangrijk onderdeel van de diagnose van dyscalculie. De basis zijn berekeningstests en tests voor intelligentiebepaling. Er moet onder meer een aanzienlijke discrepantie tussen intelligentie en rekenkracht bestaan om de diagnose dyscalculie te kunnen stellen. De testresultaten kunnen ook worden gebruikt voor follow-up. Lees hier alle belangrijke informatie over het testen van dyscalculie!
Waarom heb je een dyscalculietest nodig?
Een dyscalculietest wordt gebruikt om rekenproblemen te identificeren. Voor dit doel werden een aantal complexe testprocedures (“testbatterijen”) ontwikkeld en gevalideerd. Ze worden niet altijd schriftelijk gedaan, maar soms ook als gestructureerde interviews – ook met ouders.
Over het algemeen is er een breed scala aan leeftijd en educatieve rekenproblemen. Dit is erg belangrijk, want alleen dan kunnen de prestaties van een kind worden beoordeeld op basis van de best mogelijke vergelijkingsgroep. Helaas is er geen goed gevalideerde dyscalculietest beschikbaar voor alle leeftijden en schooltypen die een veilige diagnose mogelijk maakt.
Er zijn een aantal online tests op internet. Het testen van dyscalculie is echter zeer complex en moet aan specialisten worden overgelaten. Alleen dan kunt u een correcte evaluatie krijgen.
Dyscalculie – de berekeningstest
Om de wiskundige disfunctie te objectiveren en de prestaties op verschillende deelgebieden van het wiskundig denken te evalueren, worden leeftijd- en opleidingsspecifieke computertests uitgevoerd. Ze leggen niet alleen het onderwerp vast, maar vragen ook om algemene wiskundige (basis) vaardigheden. Dienovereenkomstig wordt een onderscheid gemaakt tussen op curriculum gebaseerde en op criteria gebaseerde testprocedures. Voorbeelden zijn de Heidelberg Computing Test, DEMAT, BADYS, BASI MATH, ZAREKI-K, TEDI-MATH, Playful Dyscalculia Tests en andere. Welke dyscalculietest het meest geschikt is in een bepaald geval, wordt bepaald door de toezichthoudende specialist. Hij zal het kind ook observeren bij het oplossen van de taken om zijn denk- en oplossingsmechanismen te begrijpen.
Met een dergelijke calculuszwakte-test kunnen de zwakke en sterke punten van het kind worden geïdentificeerd. De resultaten kunnen specifiek voor individuele behandeling worden gebruikt. Veel van deze dyscalculietests kunnen ook worden gebruikt om het verloop van de therapie te volgen en vast te leggen.
Dyscalculie – de IQ-test
Als dyscalculie wordt vermoed, moet een volledige IQ-test worden uitgevoerd. Per definitie is het IQ van 100 het gemiddelde dat wordt bereikt door de peergroep. Als een kind een IQ onder de 100 bereikt, is dit slechter dan het gemiddelde. Voor de diagnose van dyscalculie moet ten minste een intelligentiequotiënt van 70 worden bereikt, anders kan de wiskundige disfunctie worden verklaard door een lage intelligentie.
Veelvoorkomende intelligentietests zijn de Wechsler Intelligence Test (WI), de Hamburg Changer Intelligence Test (HAWIK), de Kaufmann Assessment Battery voor kinderen en de Intelligenztest Structure Test. Deze tests onderzoeken niet alleen het algehele IQ, maar maken onderscheid tussen zogenaamde gedeeltelijke services. Dit maakt het mogelijk om onderscheid te maken tussen verschillende competenties zoals spraakverstaan of werkgeheugen.
Dyscalculie – meer tests
Er zijn verschillende andere tests die kunnen worden gebruikt om te testen op extra functies zoals aandacht, motivatie of geestelijke gezondheid. Deze tests zijn belangrijk omdat dyscalculie vaak voorkomt samen met aandachtstekortsyndromen of leesspellingszwaktes. De testselectie wordt gemaakt door de toezichthoudende specialist.
Andere bouwstenen van dyscalculie-diagnostiek
een dyscalculie-test Het is niet voldoende om te bepalen of een kind een rekenprobleem heeft of niet. Andere bouwstenen van dyscalculie-diagnostiek zijn een diagnostisch interview met kind en ouders, een rapport van de school en een lichamelijk examen.