Ventriculaire fibrillatie is een levensbedreigende hartritmestoornis. Het hart kan niet langer bloed pompen, de getroffenen raken binnen enkele seconden bewusteloos. Zonder behandeling leidt deze aritmie binnen enkele minuten tot de dood. Lees alles over de oorzaken en behandeling van ventriculaire fibrillatie.
Ventriculaire fibrillatie: beschrijving
Ventriculaire fibrillatie is een ritmestoornis die haar oorsprong vindt in de hartkamers. Het is altijd levensbedreigend en kan binnen enkele minuten tot de dood leiden.
Normaal samentrekken de spiercellen van de ventrikels 60 tot 80 keer per minuut. Het bloed dat in de hartkamers wordt verzameld, wordt in de systemische circulatie gepompt door een gecoördineerde samentrekking van de hartspier, de hartslag. Tussen hartslagen vullen de hartkamers zich opnieuw met bloed.
Het signaal voor een hartslag ontstaat in de zogenaamde sinusknoop, die zich in de atria bevindt. Dit elektrische signaal wordt op volgorde gerouteerd en dooft wanneer alle spiercellen worden samengetrokken. Met ventriculaire fibrillatie wordt deze volgorde plotseling verstoord. Er zijn zogenaamde cirkelvormige excitaties in de kamer. Er kunnen frequenties tot 800 per minuut optreden.
Vanwege deze zeer snelle frequentie treden er echter geen effectievere hartslagen op bij ventriculaire fibrillatie. Omdat het veel te grote aantal wanordelijke excitaties, kunnen de spiercellen niet langer synchroon samentrekken. Er wordt daarom geen bloed meer in de systemische circulatie gepompt. Een pols wordt niet langer gevoeld door de getroffenen. Het gaat om een hartstilstand.
Ventriculaire fibrillatie: symptomen
De symptomen van ventriculaire fibrillatie zijn vergelijkbaar met hartstilstand. De getroffenen zijn bewusteloos, bleek, hun lippen blauw, hun pupillen wijd en stijf. Ademhaling stopt. Een pols is niet voelbaar. Soms zijn de getroffenen verdronken of eingekotet.
Ventriculaire fibrillatie: oorzaken en risicofactoren
In de meeste gevallen wordt ventriculaire fibrillatie veroorzaakt door een ernstige hartaandoening zoals een hartaanval. Ventriculaire fibrillatie kan ook vele andere oorzaken hebben:
- coronaire hartziekte (CHD)
- Vervorming op de wanden van het hart (hartwandaneurysma na een hartinfarct)
- uitgesproken hartfalen
- Myocarditis (myocarditis)
- aangeboren hartafwijkingen
- longembolie
- huidige ongeval
- Medicijnen, medicijnen, vergiftiging
- Gebrek aan zuurstof (verstikking, verdrinking)
- Aandoeningen van de mineralenbalans (bijv. Kaliumgebrek)
- Vochtophoping in pericardium (pericardiale effusie)
- aangeboren misvorming in het geleidingssysteem van het hart
Ventriculaire fibrillatie: diagnose en onderzoek
Ventriculaire fibrillatie is altijd een levensbedreigende gebeurtenis. Er is geen tijd voor een uitgebreid lichamelijk onderzoek. Als de persoon bewusteloos is en zijn pols niet meer kan voelen, moet de patiënt eerst zonder reanimatie worden gereanimeerd en moet de spoedarts worden gebeld.
Als een defibrillator aanwezig is, worden de bestaande elektroden op de borst gelijmd of vastgehouden. De defibrillator analyseert het hartritme. In een zogenaamd elektrocardiogram (ECG) wordt ventriculaire fibrillatie zichtbaar door een “flikkergolf”. De leek kan software gebruiken om instructies te geven aan een publiek beschikbare defibrillator (AED) over wat te doen.
Ventriculaire fibrillatie: behandeling
Wanneer ventriculaire fibrillatie probeert het hartritme door een stroomstoot terug in het juiste ritme te brengen. Tegelijkertijd wordt via de elektroden met een druk op de knop stroom in het lichaam van de betrokken persoon geleid. Omdat alle spieren tegelijkertijd een elektrische impuls krijgen, kan hun volgende activiteit opnieuw worden gesynchroniseerd. Bij een succesvolle reanimatie begint het hart opnieuw te kloppen. Hoe eerder een defibrillatie wordt uitgevoerd, hoe groter de overlevingskansen van de getroffenen. Soms moet het proces worden herhaald.
Als mensen een hoog risico lopen op ventriculaire fibrillatie als gevolg van hartaandoeningen, kunnen ze als voorzorgsmaatregel een zogenaamde implanteerbare defibrillator gebruiken. Hij is ongeveer de grootte van een pacemaker en meet continu de hartstromen. Als de ventriculaire fibrillatie optreedt, geeft hij een golfslag. Hij beschermt zichzelf dus niet tegen de aritmie zelf, maar reageert erop.
Ventriculaire fibrillatie: ziekteverloop en prognose
De prognose van ventriculaire fibrillatie hangt van veel factoren af. Van bijzonder belang is echter de tijd van defibrillatie. Als het onmiddellijk wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld omdat de persoon al in het ziekenhuis ligt of een AED binnen handbereik is, leidt dit in meer dan 95 procent van de gevallen tot succes. De kans op overlijden van de overlevende neemt af met ongeveer tien procent per minuut aanhoudende ventriculaire fibrillatie als er geen defibrillatie optreedt.
Als defibrillatie succesvol is geweest, is het nog steeds mogelijk dat de hersenen en andere organen zijn beschadigd. Vooral als de reanimatiemaatregelen zeer laat werden uitgevoerd, is het risico op permanente hersenschade aanzienlijk.
Er is een groot risico dat de aritmie terugkeert na een episode van ventriculaire fibrillatie. Een implanteerbare defibrillator kan het risico op overlijden verminderen omdat deze onmiddellijk defibrilleert wanneer ventriculaire fibrillatie optreedt. De geïmplanteerde defibrillator moet regelmatig door een arts worden gecontroleerd.
Ventrikelfibrilleren is altijd dodelijk als het niet wordt behandeld. Daarom moet men niet bang zijn om de getroffenen te doen herleven of te defibrilleren. Mogelijke verwondingen die kunnen optreden worden vergeleken met de prognose van ventriculaire fibrillatie irrelevant.