Tot het einde van de 20e eeuw (1998) was er een tuberculose-vaccin. De Standing Vaccination Commission (STIKO) van het Robert Koch Institute (RKI) beveelt echter geen vaccinaties meer aan; aan de ene kant waren er in het verleden altijd complicaties; aan de andere kant zijn er slechts enkele gevallen van tuberculose in Duitsland.
Het vaccin
Het tuberculose-vaccin gebruikt een verzwakte mycobacteriële stam. Aan het begin van de 20e eeuw fokten de Franse wetenschappers Albert Camette en Camille Guérin de Mycobacterium bovis, die vooral voorkomt bij runderen. De ziekteverwekkers vermenigvuldigden zich op een speciaal voedingsmedium. Dit verminderde de schadelijkheid van tuberculosepathogenen. In 1921 ontwikkelden de twee onderzoekers eindelijk het tuberculose-vaccin. Deze zijn daarom verzwakt maar nog steeds levende mycobacteriën. Daarom spreekt men van een zogenaamde levende vaccinatie. Het vaccin is vernoemd naar zijn ontdekkers BCG-vaccin (Bacillus Calmette-Guérin).
Toepassing van het vaccin
Het BCG-vaccin wordt uitsluitend in de huid geïnjecteerd. Medisch wordt dit een intracutane injectie genoemd. Pasgeborenen en zuigelingen tot de zesde levensweek kunnen gemakkelijk worden gevaccineerd. Bij kinderen ouder dan zes weken zal echter vooraf een tuberculinetest van Mendel-Mantoux worden uitgevoerd. Een kleine dosis tuberculose-eiwit tuberculine wordt in de huid geïnjecteerd. Als er geen of heel weinig rode verharding op deze huidplaats optreedt, is de test negatief. Alleen dan kunnen deze kinderen ook worden gevaccineerd.
Of het tuberculose-vaccin met succes is uitgevoerd, toont opnieuw de tuberculinetest volgens Mendel-Mantoux. De test moet ten vroegste drie weken na vaccinatie positief zijn. Het vertoont een duidelijke verharding en roodheid op de prikplaats van de huid. De tuberculinetest is nog jaren positief na een succesvol tuberculose-vaccin. Daarom moet u de arts altijd informeren over vaccinaties. Als de test negatief is, wordt deze opnieuw gevaccineerd.
Effectiviteit van tuberculose-vaccin
Dat een BCG-vaccin tuberculose altijd voorkomt, is helaas niet het geval. Het beschermt noch tegen infectie, noch vóór de verspreiding van de ziekteverwekkers. Ook wordt het ziekteverloop van een infectie bij volwassenen slechts licht beïnvloed. Studies hebben echter aangetoond dat vaccinatie grote voordelen heeft voor kinderen. Hier beschermt het ongeveer 80 procent, vooral tegen ernstige ziekten en tuberculoseziekten die zich over het hele lichaam verspreiden.
De werkzaamheid van het BCG-vaccin in verschillende landen van de wereld en hun regio’s varieert echter. Een paper gepubliceerd in 1995 door de London School of Hygiene and Tropical Medicine vergeleek de voordelen van tuberculose-vaccin wereldwijd. Het vaccin is daarom het meest ineffectief, vooral in regio’s van Afrika, Latijns-Amerika en Azië. De redenen zijn enerzijds te zien in de verschillende milieusituaties zoals stad of land; Aan de andere kant was de kwaliteit van de onderzoeken die op de respectieve locaties werden uitgevoerd en die ter vergelijking werden gebruikt, heel anders.
Bijwerkingen van tuberculose-vaccin
Omdat dit vaccin tuberculose gebruikt, kan dit leiden tot tuberculose-achtige symptomen. De meest voorkomende bijwerkingen van tuberculosevaccinatie zijn erytheem (roodheid), verharding, weefselschade (zweer) en littekens. De weefselschade treedt vooral op wanneer het vaccin niet in, maar onder de huid wordt geïnjecteerd, dwz subcutaan. Het kan ook ontsteking en zwelling van lymfeklieren veroorzaken. Artsen spreken van een zogenaamde lymfadenitis, die kan voorkomen bij een van de 1000 BGC-vaccinaties. In zeldzame gevallen treedt een allergische ontsteking van de ogen op. Zeer ernstige complicaties zoals ontsteking van het beenmerg of meningitis zijn moeilijk te vinden.
Contra-indicaties (contra-indicaties)
Niet iedereen kan worden ingeënt tegen tuberculose. Patiënten die al aan tuberculose lijden of die een positieve tuberculinetest hebben, mogen niet worden gevaccineerd. Het vaccin bevat levende bacteriën die een reeds bestaande infectie zouden verergeren. Om deze reden worden zelfs mensen met een verzwakt immuunsysteem zoals HIV-patiënten niet gevaccineerd. Hetzelfde geldt voor zwangere vrouwen en patiënten bij wie het immuunsysteem wordt onderdrukt door medicatie (immunosuppressiva).
Huidige status van vaccin tegen tuberculose
Het BCG-vaccin werd na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland geïntroduceerd. Een reden voor het vertraagde gebruik was onder meer de immunocompromis van Lübeck in 1930. Van 208 gevaccineerde kinderen stierven 77. Door onjuiste verwerking van het vaccin besmetten de kinderen zichzelf met tuberculose.
Sinds 1998 wordt het tuberculose-vaccin niet langer aanbevolen door de Standing Vaccination Commission (STIKO). De experts zijn dus gebaseerd op een voorstel van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Dienovereenkomstig is het niet nodig om tegen tuberculose te vaccineren wanneer het risico op infectie in de respectieve bevolkingsgroep lager is dan 0,1 procent. Ter illustratie: het RKI-jaarboek voor 2013 toont een gemiddelde incidentie van ongeveer 0,0053 procent voor Duitsland.
In landen waar vooral tuberculose voorkomt, beveelt de WHO nog steeds aan om tegen tbc te vaccineren. Hetzelfde geldt als niet kan worden vermeden dat kinderen in contact komen met resistente (resistente) pathogenen – ongeacht de tuberculose-situatie in het betreffende land, maar bijvoorbeeld door een zieke ouder. Als het gaat om contact met niet-resistente bacteriestammen, beveelt de WHO een preventieve zogenaamde chemoprofylaxe met isoniazide aan. Bij reizen naar landen met een hoge incidentie van tuberculose wordt echter geen BCG-vaccin aanbevolen. Men kan echter bij zijn terugkeer een tuberculinetest uitvoeren.
Wetenschappers over de hele wereld doen al een aantal jaren onderzoek zodat nieuwe vaccins met succes tuberculose-infecties kunnen stoppen. Er worden bijvoorbeeld pogingen gedaan om het effect van het vorige BCG-vaccin met een ander vaccin te vergroten. Een andere benadering is het verbeteren van het oude BCG-vaccin. Het Max Planck-instituut voor infectiebiologie heeft bijvoorbeeld het vaccin VPM 1002 ontwikkeld en is sinds 2008 veelbelovend getest in klinische onderzoeken. Het bevat ook de pathogeenstam Mycobacterium bovis. Het genetische materiaal van deze ziekteverwekkers is veranderd, zodat ze beter worden herkend door het menselijke afweersysteem. Experts schatten dat acht miljoen doden als gevolg van dergelijke verbeterd tuberculose vaccin kan worden voorkomen.